Er zijn een aantal besmettelijke ziektes die onder de konijnen voorkomen, en waarvoor ze kunnen worden ingeënt, namelijk: myxomatose en VHS / RHD / bloedziekte.
In dit informatieve artikel lees je informatie over myxomatose bij konijnen. Informatie over VHS / RHD / Bloedziekte bij konijnen en de verschillende varianten die er zijn. Informatie over vaccinaties voor konijnen en over wat je moet doen als jouw konijnen aan een virusziekte zijn overleden.
Myxomatose bij konijnen
Wat is myxomatose?
Myxomatose is een ziekte die wordt verspreid door een virus. Dat virus is familie van het pokkenvirus.
Het meest opvallende kenmerk van een konijn met myxomatose is de verdikte oogleden. Maar er zijn meer kenmerken van deze ziekte, niet elk konijn heeft elk symptoom.
Symptomen zijn:
- verdikkingen in de oren,
- gezwollen oogleden (oedemen),
- korsten op de neus en lippen,
- koorts,
- niet eten,
- opgezwollen geslachtsdelen en anus,
- uitvloeiingen met pus,
- lusteloosheid, suf, apathisch,
- longontsteking
- coma.
De tijd tussen besmetting en de eerste zichtbare symptomen is tussen enkele dagen en 2 weken. Het konijn sterft meestal binnen 1 a 2 weken na de eerste symptomen.
Een konijn kan besmet worden door vliegen, vlooien, mijten en andere konijnen die het virus met zich meedragen. Ook via keutels en urine kan besmetting plaatsvinden. Je kan dit ook meenemen aan je kleding en schoenen. Een konijn dat nooit geënt is overleeft deze ziekte bijna nooit.
Wat te doen als jouw konijn myxomatose heeft?
Het beste dat je voor je konijn kunt doen als hij of zij deze ziekte heeft is hem goed warm houden en een dierenarts bezoeken. Deze zal dan als hij overlevingskans ziet passende medicijnen meegeven of adviseren het konijn in te laten slapen. Of er genezingskans is is afhankelijk van welke symptomen het konijn heeft en of het konijn wel of niet gevaccineerd was.
Behandeling kan bij myxomatose, er zijn zelfs succesgevallen bekend. Er is geen geneesmiddel dat direct de ziekte aanpakt en geneest. Toch zijn er mogelijkheden om een konijn te helpen de ziekte te overwinnen. In de meeste gevallen zal een dierenarts het zieke konijn opnemen om intensief te kunnen verzorgen. Denk dan aan infuus met vocht, pijnstillers, slijmoplossend middel en vaak ook medicijnen om de spijsvertering op gang te houden en de dierenarts zal dwangvoeding toedienen. De overlevingskans van een niet-gevaccineerd konijn blijft klein. Het is dus ook niet verrassend dat veel konijnenbaasjes in zo een situatie kiezen om het konijn in te laten slapen.
Hoe voorkom je myxomatose bij konijnen?
Hoe voorkom je dat konijnen deze ziekte krijgen?
- laat jouw konijnen jaarlijks vaccineren
- zorg voor een schoon verblijf
- neem maatregelen om insecten te weren
- was je handen voor en na het voeren, aaien en verzorgen van jouw konijnen goed met zeep en water
- wissel kleding en schoenen na wandelingen in de natuur en voorkom dat je een virus meeneemt aan schoenen of kleding.
- neem geen risico met besmettingen via voedsel:
- voer geen gras of groenvoer van buiten eigen (moes)tuin aan jouw konijnen
- hooi moet minimaal 1,5 maand geleden verwerkt zijn, goed gedroogd zijn en bewaard zijn op een droge plaats, wil het vrij zijn van ziekten. Bewaar het zelf voor die periode of controleer de productiedatum op de verpakking.
Er zijn al langere tijd vaccinaties tegen deze ziekte en deze vaccinaties worden ook steeds verder ontwikkeld. Waar vroeger voor elke virusziekte een aparte prik nodig was en deze maar korte tijd bescherming kunnen bieden, is er sinds 2020 een vaccinatie die tegen meerdere ziektes beschermt, een jaar werkzaam is en ook nog in een verpakking per konijn te krijgen is.
Maak het konijnenverblijf regelmatig goed schoon. Zorg ook dat er geen stilstaand water is waar muggen zich kunnen voortplanten in jouw tuin. Zorg dat er geen katten, egels, wilde konijnen en andere dieren die vlooien bij dragen bij de konijnen in de buurt kunnen komen. Een klamboe of muggengaas kan helpen het konijnenverblijf vrij van stekende insecten te houden. Let wel op dat er voldoende ventilatie moet blijven, zeker in de zomer.
Waar komt myxomatose vandaan?
Na de ontdekking van myxomatose bij geïmporteerde konijnen in Uruguay, verspreidde een wat milde vorm zich onder de populatie wilde konijnen in Zuid Amerika. Het virus had pas echt op grote schaal effect nadat het in Australië ingezet werd om de konijnenpopulatie daar onder controle te krijgen. Dit was in 1938. Een volledige verspreiding van het virus werd in 1950 gehouden. Het virus was zeer effectief, de konijnenpopulatie verminderde van 600 miljoen konijnen naar 100 miljoen konijnen binnen 2 jaar. De konijnen die overbleven waren degene die het minst last hadden van het virus. Genetische afweer tegen myxomatose werd snel na de eerste verspreidingen van het virus bekeken, en de meeste konijnen bezaten een gedeeltelijke immuniteit in de eerste twee decennia. Afweer werd iets beter vanaf 1970, en de ziekte dood nu 50% van de geïnfecteerde konijnen. Bij een poging om dit percentage omhoog te krijgen werd er een tweede virus geïntroduceerd, rabbit calicivirus, dat in 1996 voor het eerst onder de konijnen werd verspreid.
Hoe is het virus dan in Nederland terecht gekomen, vraag je je misschien af? Myxomatose werd per ongeluk geïntroduceerd in Frankrijk door bacterioloog Dr. Paul Armand Delille, die het virus gebruikte om van de konijnen op zijn privé terrein af te komen, in juni 1952 (hij vaccineerde wel 2 konijnen op zijn land in tegen de ziekte). Binnen 4 maanden had het virus zich al 50 km verspreid; Armand dacht dat dit kwam door jagers die de geïnfecteerde konijnen meenamen van zijn land. In 1954 waren echter 90% van de wilde konijnen in Frankrijk dood. De ziekte verspreidde zich verder door Europa. In 1953 kwam myxomatose voor het eerst in Nederland voor. Het bereikte Groot-Brittannië ook in 1953, blijkbaar zonder menselijke acties. Sommige mensen in Groot-Brittannië verspreidden de ziekte zelf, door zieke konijnen in de holen van levende konijnen te stoppen. De overheid wilde geen stappen ondernemen om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. In 1955 was 95% van de wilde konijnen in Groot-Brittannië overleden.
Konijnenziekte VHS / RHD 1 en 2
Naast myxomatose zijn er nog andere virusziektes die konijnen kunnen krijgen. De benamingen van dit virus verschillen nogal, wat soms wat verwarring kan geven. We proberen het zo duidelijk mogelijk uit te leggen.
VHS = Viraal Haemorrhagisch Syndroom (Nederlandse afkorting dus)
RHD = Rabbit Haemorrhagic Disease (Engelse benaming voor hetzelfde)
VHD = Viral Haemorrhagic disease (Andere Engelse benaming voor hetzelfde)
Bloedziekte of bloederziekte = Een Nederlandse benaming voor deze ziekte.
RCD = (Rabbit calicivirus) Deze afkorting kom je minder vaak tegen. Dit betreft een afkorting van de naam van het virus dat het veroorzaakt.
Er bestaan inmiddels ook verschillende mutaties van het virus. Deze krijgen meestal een toevoeging achter de naam. Zo is er RHD1 en RHD2 en inmiddels zelfs ook RHDV1 K5.
Wat is VHS / RHD / bloedziekte voor konijnenziekte?
Dit zijn ziekten die verspreid worden door een virus. De symptomen die je ziet bij een ziek konijn zijn:
- benauwdheid
- koorts
- bloedingen uit de neus
- bloedingen uit de geslachtsorganen
- lusteloos en/of suf
- sterven zonder zichtbare oorzaak
Een konijn kan alle of enkele van deze symptomen hebben, dat verschilt echt per konijn.
Afhankelijk van de variant sterven konijnen binnen 1 tot 2 dagen bij RHD-1. Bij de RHD-2 variant duurt het vaak iets langer en sterven ze binnen 2 tot 5 dagen.
Het RHD virus is zeer besmettelijk wordt verspreid op verschillende manieren. Contact tussen konijnen onderling, via urine, uitwerpselen, water, voedsel en hokken. Maar ook de mens kan voor verspreiding zorgen via schoeisel, kleding en handen. Daarnaast kunnen ook stekende insecten een rol spelen in de verspreiding.
Wat te doen als jouw konijn VHS / RHD / bloedziekte heeft?
Er is geen genezing voor deze ziekte. Het enige wat een dierenarts kan doen is symptoombestrijding. Het konijn warm houden, een infuus geven voor vocht. Pijnstillers kunnen helpen. Maar in de praktijk is het meestal zo dat als ze echt besmet zijn, het ook echt dodelijk is. Er zijn konijneneigenaren die om die reden kiezen voor inslapen, hoewel in de praktijk bij deze ziekte het konijn vaak zelf al sterft voor men die beslissing heeft kunnen nemen. Voorkomen dat ze ziek worden is dus de enige echt goede optie.
De incubatieperiode van deze ziekte is 24 tot 48 uur, en dood treed meestal in in de periode van 6 tot 24 uur na het beginnen van de koorts. Afhankelijk van welke variant het is, sterven de konijnen binnen 1-2 dagen (RHD1) of 2-5 dagen (RHD2) na besmetting.
Als er één konijn ziek is en de rest van jouw konijnen nog niet, en ze zijn niet gevaccineerd, overleg dan met een dierenarts of het verstandig is om deze konijnen alsnog te vaccineren. Het kan zijn dat dit te laat is en weinig zin heeft, maar er zijn gevallen bekend waarin dit toch zin had en het aantal konijnen dat gestorven is verminderd heeft.
Voorkom verspreiding. Heb je verschillende verblijven met konijnen, gebruik dan voor elk verblijf eigen voerbakken en materialen om schoon te maken. Wissel schoeisel en kleding. Voorkom contact tussen konijnen onderling, urine, voedsel en uitwerpselen.
Alleen hazen en konijnen worden ziek van het virus, andere (huis)dieren en mensen hebben er geen last van, maar kunnen het wel verspreiden naar andere konijnen.
Hoe voorkom je VHS / RHD / bloedziekte bij konijnen?
Het virus is niet makkelijk te bestrijden. Voorkomen is dus altijd de beste optie. Laat jouw konijnen jaarlijks preventief vaccineren tegen deze ziekte. Herhaal de vaccinatie tegen VHS / RHD / Bloedziekte jaarlijks. Laat deze niet verlopen.
Hoe voorkom je dat konijnen deze ziekte krijgen?
- laat jouw konijnen jaarlijks vaccineren
- zorg voor een schoon verblijf
- neem maatregelen om insecten te weren
- was je handen voor en na het voeren, aaien en verzorgen van jouw konijnen goed met zeep en water
- wissel kleding en schoenen na wandelingen in de natuur en voorkom dat je een virus meeneemt aan schoenen of kleding.
- neem geen risico met besmettingen via voedsel:
- voer geen gras of groenvoer van buiten eigen (moes)tuin aan jouw konijnen
- hooi moet minimaal 1,5 maand geleden verwerkt zijn, goed gedroogd zijn en bewaard zijn op een droge plaats, wil het vrij zijn van ziekten. Bewaar het zelf voor die periode of controleer de productiedatum op de verpakking.
Waar komt VHS / RHD / bloedziekte vandaan?
Het virus is oorspronkelijk ontstaan in China, in 1983. Via export van konijnen verspreidde het virus zich verder. In Nederland kwam de ziekte voor het eerst voor in 1990. In 1991 is het virus geïmporteerd in Australië om daar te testen op een eiland als bestrijding tegen de wilde konijnen in Australië en Nieuw-Zeeland. Het virus was niet zo succesvol als myxomatose, omdat het maar dodelijk is voor 65% van de geïnfecteerde konijnen, terwijl myxomatose dodelijk is voor 99% van de geïnfecteerde konijnen. Het virus verspreidde zich echter (deels bewust) verder. In 2018 is de eerste melding van het virus in Canada gekomen, en in 2019 heeft het virus ook de VS bereikt.
In december 2015 kwamen er meldingen dat konijnen die ingeënt waren tegen myxomatose en VHS, toch ziek werden. Het bleek om een gemuteerde variant van VHS te gaan, genaamd VHS-2 of RHD-2.
Deze variant zou al vanaf 2010 in Frankrijk en Spanje voorkomen, en na een aantal meldingen eerder in 2015 in Duitsland is de ziekte ook in Nederland terecht gekomen. In december 2015 werd van een aantal gevallen bevestigd dat het inderdaad de RHD-2 variant betreft.
In 2018 werd er weer een nieuw konijnenvirus geïntroduceerd in Nieuw-Zeeland. Het RHDV1 K5 virus. Een variant van het VHS-1 virus, dat ook al in Nederland voorkomt. Ze verspreiden het virus in Nieuw-Zeeland met “lokwortelen”, die ze op een perceel waar overlast is van konijnen neer kunnen leggen. Het RHDV1 K5 virus veroorzaakt hepatitis en orgaanfalen. Een besmet konijn gaat binnen enkele dagen dood.
Gelukkig bieden de vaccinaties die op de markt zijn in Nederland ook gewoon bescherming tegen deze variant. Op dit moment komt het virus nog niet voor in Nederland, maar mocht dat toch zo ver komen, weet dan dat er gelukkig niet nog een extra prik nodig is om jouw huisdierkonijnen er tegen te beschermen.
Inentingen en vaccinaties voor konijnen
Op het moment dat je aan konijnen begint, maak je een afspraak bij een dierenarts voor een gezondheidscontrole en de vaccinaties.
Dit doe je het liefst bij een dierenarts met goede kennis van konijnen – en dat is niet vanzelfsprekend! Laat de gezondheid goed controleren voor de vaccinaties gezet worden. In de meeste gevallen betaal je een consult en per konijn de vaccinaties.
Tijdens de afspraak worden de konijnen gewogen en goed nagekeken. De vaccinatie wordt gezet en in een vaccinatieboekje of dierenpaspoort wordt genoteerd welk vaccin is gebruikt, welk batchnummer en wanneer de vaccinatie herhaald moet worden.
Adopteer je konijnen uit een konijnenopvang, dan hebben ze vaak al bij hun vaste dierenarts de controle en vaccinaties gehad. Vraag dit altijd na en controleer of dit zo is, en per wanneer deze vaccinaties herhaald moeten worden.
Een vaccinatie geeft geen garantie dat het konijn helemaal niet ziek kan worden. Maar als een gevaccineerd konijn een virusziekte krijgt, is de overlevingskans wel vele malen groter. In de meeste gevallen waarbij een gevaccineerd konijn toch een virusziekte krijgt, is het een mildere vorm die met de juiste zorg en medicatie te behandelen is.
Wat kosten inentingen voor konijnen?
Per praktijk kan er verschil zijn in de kosten voor het vaccineren op afspraak. Toch raden wij aan om gewoon naar je eigen, konijnkundige dierenarts te gaan. De inentingen zijn altijd een mooi moment voor een gezondheidscontrole, het gewicht en kleine opvallende puntjes kunnen dan als notitie in het systeem van de dierenarts worden genoteerd. Dat kan van belang zijn als er in de toekomst echt iets mis is met het konijn.
Laat je jouw konijnen op afspraak vaccineren bij jouw eigen dierenarts, dan ben je meestal een bedrag tussen de 50 en 90 euro kwijt per konijn voor de inentingen.
De verschillen in prijs zijn er, omdat er met verschillende entstoffen gewerkt kan worden, niet elke praktijk dezelfde vaste kosten heeft. Denk dan bijvoorbeeld aan verschil in kosten voor huisvesting, personeel, materiaal, niet elke praktijk investeert even veel in training en in vernieuwing. Ook de aanwezigheid van andere, concurrerende praktijken in de buurt kan invloed hebben op de prijzen. Het kan zin hebben om even wat rond te bellen, maar wij adviseren om wel echt naar een praktijk te gaan die gespecialiseerd is in konijnen, ook voor zo iets als de vaccinaties.
Wij raden aan om een individuele afspraak te maken voor de vaccinaties. Vroeger waren er vaak speciale dagen voor, maar juist op die dagen is er weinig tijd voor goede gezondheidscontrole en is de infectiedruk groot. Er werden sneller fouten gemaakt, soms ook goedkopere vaccins gebruikt die kort werken en de hygiëne was niet optimaal.
Sinds de komst van vaccinaties in een single dose, een één konijn verpakking, zijn de meeste van deze vaccinatiedagen ook gestopt.
Zijn vaccinaties voor konijnen schadelijk?
Mensen vragen zich soms af of je konijnen inenten ook schadelijk of gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid van de konijnen.
Voor konijnen die een zwakke gezondheid hebben kan inenten inderdaad een risico zijn. Daarom zal een goede dierenarts het konijn altijd goed nakijken voor hij een inenting zet en hierin een advies geven dat bij het individuele konijn past. Maar voor een gezond dier is een inenting niet schadelijk. Dan is het juist levensreddend.
Heb je een konijn met een zwak immuunsysteem en/of een chronische ziekte, zoals chronisch snot, of E cuniculi, maak dan altijd in overleg met de dierenarts een goede overweging tussen het risico van niet vaccineren en het risico van wel vaccineren. Afhankelijk van de gezondheid van het konijn, het risico op besmetting afhankelijk van waar je woont en hoe de konijnen gehouden worden kan er dan een keuze gemaakt worden.
Bijwerkingen van konijnen vaccinaties
Zoals bij alle medicijnen, kunnen er ook bij vaccinaties bijwerkingen optreden. Dit komt niet vaak voor, maar bij enkele konijnen wel. Meestal in de vorm van een ent-reactie. Dat kan zijn een bultje op de plek van de vaccinatie, een schrale plek of haaruitval. Een konijn kan na een vaccinatie soms een paar dagen wat minder fit zijn. Dat trekt als het goed is na een aantal dagen gewoon weer weg. Ook kan bij sommige vaccins een verhoogde temperatuur voorkomen. Dat heeft verder geen gevolgen voor het konijn en zakt na enkele dagen vanzelf weer weg. Als dat niet het geval is, neem dan contact op met de dierenarts.
Hoewel er dus bijwerkingen kunnen zijn, komen die maar weinig voor en zijn ze niet zo ernstig dat het een reden zou kunnen zijn om de inentingen niet te laten plaatsen. Belangrijk is echter wel dat het konijn goed gezond is op het moment dat de inentingen geplaats worden. De gevallen dat het echt mis loopt, zijn meestal de situaties waarbij er een onbekend onderliggend gezondheidsprobleem was, zoals hartklachten. Heel naar, maar helaas is dat niet 100% te voorkomen.
Meld reacties op de vaccinatie altijd bij de dierenarts, zij kunnen dit doorgeven en registreren, zodat de informatie ook terecht komt bij de producent van de vaccinaties. Zij kunnen die feedback gebruiken het vaccin te blijven verbeteren.
Sommige mensen zijn ook van mening dat als zij hun konijn één of twee keer in laten inenten als zij hem net hebben, dat de entstof dan het hele leven werkzaam blijft tegen de ziektes. Helaas is dat niet het geval bij konijnen en is het dus wel noodzakelijk de inentingen jaarlijks te herhalen.
Het is aan de dierenartsen om te zorgen dat de vaccinaties juist geplaatst worden, en dat de entstoffen goed (koel) bewaard worden. Helaas worden daar nog wel eens fouten mee gemaakt, wat de werking van de vaccinaties zeker kan beïnvloeden. Let ook op een goede hygiëne, wordt er voor elk konijn wel een nieuwe naald gebruikt? Als je op een vaccinatie dag bent, wordt de tafel wel schoongemaakt tussen de klanten door, worden de handen wel gewassen / de handschoenen gewisseld? Zorg dus dat je altijd kiest voor een goede, konijnkundige dierenarts, en ga bij twijfel over de kwaliteit niet af op de goedkoopste prijs, maar op je gevoel.
In Nederland komen myxomatose en de varianten van VHS / RHD / bloedziekte zo veel voor dat er in onze ogen (behalve een te zwakke gezondheid om tegen de entstof te kunnen) geen redenen zijn om niet in te laten enten. Als je in Nederland woont is het niet de vraag of jouw konijnen één van de ziektes gaan krijgen, maar wanneer. Persoonlijk willen wij dat toch niet afwachten en kiezen wij dus wel voor de jaarlijkse prik om onze konijnen te beschermen.
Vaccins tegen virusziekten voor konijnen
Op dit moment is de beste keuze jouw konijnen te laten vaccineren met Nobivac Myxo-RHD Plus. Dit is één prik die tegen drie konijnenziektes werkt, namelijk tegen myxomatose, VHS/RHD 1 en 2. Deze vaccinatie moet elk jaar herhaald worden. Indien je naar een konijnkundige dierenarts gaat, zal dit de standaard gebruikte vaccinatie zijn.
Er zijn echter meerdere vaccins. Heb jij een wat ouder konijn, dan kan het zijn dat je in het vaccinatieboekje andere vaccins ziet staan. Een overzicht:
Nobivac Myxo-RHD Plus: Werkt tegen myxomatose en VHS/RHD-1 en 2. Beschermt voor de periode van 1 jaar. Minimale leeftijd 5 weken. Beschermt na 3 weken.
Nobivac Myxo + RHD: Werkt tegen myxomatose en VHS/RHD-1 . Beschermt na 3 weken. Elk jaar herhalen. Minimale leeftijd 5 weken.
Cunivak combo: Werkt tegen myomatose en VHS-1. Bescherming na 10 dagen. Booster (= herhaling) nodig na 4 weken, daarna elke 6 maanden herhalen. Minimum leeftijd 6 weken. Wordt in Nederland bijna niet gebruikt, de kleinste dosis is namelijk voor 10 konijnen en beperkt houdbaar. Wordt ook weinig gebruikt omdat de Nobivac langer bescherming bied en geen booster nodig heeft.
Eravac emulsie: werkt tegen VHS-2. Beschermt na 7 dagen. Elke 9 maanden herhalen. Minimum leeftijd 10 weken (jongere vaccinatie wel mogelijk, maar dan is er een booster nodig na 6 weken). Dit vaccin is gelijk aan Cunipravac RHD Variant. Is verkrijgbaar in verpakking van 10 of 40 doses.
Filavac VHD K C + V: werkt tegen VHS-1 en VHS-2. Mag gegeven worden in combinatie met de nobivac Myxo + RHD, hoewel je dan eigenlijk dubbel inent tegen VHS-1. Bescherming na 7 dagen. Elk jaar herhalen. Minimum leeftijd 10 weken. Jonger inenten wel mogelijk maar dan is een booster (=herhaling) nodig na 6 weken.
Cunipravac RHD Variant: Vaccin uit Spanje wat in het verleden werd ingezet toen de uitbraak van VHS/RHD-2 begon in Nederland en er nog geen middel tegen deze ziekte geregistreerd was in Nederland.
Wat te doen als jouw konijnen overleden zijn aan myxomatose, VHS, RHD, bloedziekte?
Begraaf een konijn dat is overleden aan een virusziekte niet, het is beter om het dier te laten cremeren om verdere verspreiding van de ziekte te beperken. In het lichaam van het overleden konijn kan het virus namelijk zeer lang overleven.
Overweeg of je een pathologisch onderzoek wil laten uitvoeren bij jouw dierenarts of stuur je konijn op voor dit onderzoek. Het klinkt misschien naar, maar daarmee kun je vele andere konijnen helpen. Informeer naar de mogelijkheden bij jouw dierenarts, die kan hierbij helpen.
Ontsmet het konijnenhok goed. Er is een apart informatief artikel op onze website over het schoonmaken en ontsmetten van een konijnenverblijf. Denk er aan om ook goed de voerbakken, drinkbakken, speeltjes, reismand en omgeving van het hok te behandelen. Maak eerst alles leeg en schoon. Gebruik dan zeep en water om het goed uit te soppen. Spoel het uit. Gebruik dan vervolgens een goed ontsmettingsmiddel. Volg de instructies op de verpakking van het middel zo goed mogelijk op voor een optimale werking.
Wil je na het overlijden van jouw konijnen aan een virusziekte opnieuw aan konijnen beginnen? Pas dan goed op dat zij niet ook besmet raken. In theorie kunnen deze virussen wel 8 maanden in de omgeving overleven. Dat is wel onder de meest ideale omstandigheden. Over het algemeen wordt een periode van 4 maanden wachttijd aangehouden.
Zorg dat als je opnieuw begint aan konijnen, deze voordien al gevaccineerd zijn en dat die vaccinatie goed werkzaam is op het moment dat ze bij jou komen wonen. Adopteer je konijnen bij een goede konijnenopvang, dan zal dit het geval zijn. Maar vraag het altijd goed na en vraag om vaccinatiebewijs.
Gaat het om wilde dode konijnen of hazen die je gevonden hebt en die mogelijk aan deze ziekten overleden zijn? Meld dode wilde konijnen via het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC). Hiervoor staat een formulier op hun website.