Oorsprong: Engeland (mogelijk ontstaan uit konijnen uit China en Rusland, die ongeveer hetzelfde uiterlijk hadden)
Gewicht: maximaal 2,5 kilo
Kleuren: Kleur uit zich alleen op lichaamsuiteinden, oren, snuit, poten en staart. De rest van het lijf is wit. De kleuren waarin de Rus voorkomt zijn: zwart, blauw, havanabruin, gauwenaar kleur (lilac) en russen met verzilverde haartoppen.
Karakter: Konijnen zijn niet op karakter gefokt, maar op formaat (vleeskonijnen) of uiterlijk (vacht of tentoonstellingdieren). Daardoor zijn er eigenlijk nauwelijks rasspecifieke karakters te onderscheiden. Bij elk ras heb je rustige, mensgerichte konijntjes, maar ook de pittige, energieke dieren. Dat verschilt echter per individu, niet per ras.
Bijzonderheden: Dit ras is één van de oudste konijnenrassen. Zelfs Charles Darwin schreef al over deze konijnen. Andere benamingen voor dit ras zijn ook wel Himalaya konijn, Chinees konijn of Syberisch konijn. In Nederland zijn deze konijnen erkend onder de naam Rus.
Er is ook een grote variant van de Rus, de Grote Rus, deze worden op zeer beperkte schaal gehouden in sommige landen in Europa. In Nederland komen die konijnen echter bijna niet voor. Ook de Californian is een groter ras met ongeveer dezelfde aftekeningen.
Een Rus als huisdier: Echt raszuivere russen worden maar weinig als huisdier gehouden. De rode ogen zijn toch niet echt in trek voor huisdierkonijnen.