Oorsprong: Duitsland, ontstaan uit hangoorkonijnen en Klein- of Groot Zilvers.
Gewicht: tussen 3,5 en 5,5 kilo
Kleuren: Konijngrijs, zwart, geel, blauw en bruin.
Karakter: Konijnen zijn niet op karakter gefokt, maar op formaat (vleeskonijnen) of uiterlijk (tentoonstellingdieren). Daardoor zijn er eigenlijk nauwelijks rasspecifieke karakters te onderscheiden. Bij elk ras heb je rustige, mensgerichte konijntjes, maar ook de pittige, energieke dieren. Dat verschilt echter per individu, niet per ras.
Bijzonderheden: Jonge konijnen hebben een effen gekleurde pels bij de geboorte, de verzilvering van de vacht begint pas later.
Gezondheidsproblemen: Gebitsproblemen en ademhalingsproblemen komen vaker voor bij dit konijnenras, omdat ze met een plattere snuit gefokt worden.
Hangoorkonijnen hebben meer kans op gebitsproblemen en oorproblemen. Ze hebben sneller last van vieze oren en oormijt omdat de hangoren over de ooropening heen hangen, ook hebben hangoren een nauwer oorkanaal. Ook kunnen ze minder goed horen en zijn ze vaker doof dan konijnen met staande oren. De vorm van de schedel die hangoor konijnen hebben veroorzaakt sneller gebitsproblemen zoals doorgroeiende voortanden en kies(wortel)problemen. Bron: Johnson JC, Burn CC. Lop-eared rabbits have more aural and dental problems than erect-eared rabbits: a rescue population study.
Een Meissner Hangoor als huisdier: Een wat groter konijnenras, maar ook weer niet zo groot dat dat veel problemen geeft met de gezondheid. Zoals bij elk ras kunnen de karakters per individu sterk verschillen.