Calcium in konijnenvoer

Over calcium in konijnenvoeding is best wat te doen. Maar waar moet je als konijnen eigenaar nou op letten als het gaat om calcium in konijnenvoer? En in welke groenten zit veel of juist weinig calcium?

Je leest en hoort er veel over, maar er zijn ook heel wat misverstanden over in de wereld. Wat is er nou allemaal te doen over calcium in konijnenvoer? Wat voor invloed heeft calcium op de gezondheid van onze konijnen, heeft het echt invloed op gebitsproblemen en nierproblemen? Hoe schadelijk is een te kort? Wat voor gevolgen heeft een te veel aan calcium in de voeding van onze konijnen?

Er zijn inmiddels al heel wat studies gedaan naar konijnen en calcium. Sommige dingen zijn heel logisch, maar andere dingen zijn ook erg ingewikkeld. Konijnen zitten, zoals bij veel dingen, net weer anders in elkaar dan de meeste diersoorten. Ik probeer het in dit artikel zo eenvoudig mogelijk te ho

Calcium opname

Over calcium in konijnenvoeding denken veel konijnenbaasjes na. Het is ook lastig om een voer te kiezen met een juiste hoeveelheid calcium er in.

Bij te weinig calcium in de voeding, of een probleem met de opname van calcium, halen konijnen calcium uit hun kaakbot. Daardoor ontstaat botontkalking. Het kaakbot wordt dunner en de tand- en kieswortels groeien daardoor niet meer op de juiste manier en gaan scheef staan, waardoor er dus gebitsproblemen ontstaan.

Te veel calcium, met het idee dat je dan veilig zit wat betreft de gebitsproblemen, is echter ook niet goed. Door een teveel aan calcium ontstaan blaas- en nierproblemen. Geef dus geen knaagstenen en meet de hoeveelheid konijnenvoer ook goed af, zodat het een juiste portie is. Te grote porties zorgen er ook voor dat er een te veel aan calcium in het konijnenlijfje komt. Het is dus echt belangrijk om de hoeveelheid brok op een juiste manier te bepalen en een brok van goede kwaliteit te voeren.

De meeste diersoorten halen calcium in hun darmen uit de voeding. Dit gebeurt door een actief mechanisme, bestuurd door vitamine D. Konijnen laten calcium op een andere manier in hun lichaam komen. Zij halen het op een andere manier uit de voeding, het wordt namelijk door de darmwand op een passieve manier opgenomen in het lichaam. Pas bij een ernstig calciumtekort komt er bij konijnen een actief mechanisme, bestuurd door vitamine D, op gang. Konijnen zijn dus net weer anders dan de andere huisdieren die wij houden.

Problemen met calciumopname bij konijnen voorkomen

Om calciumproblemen te voorkomen, moet je eerst weten wat de oorzaken zijn van de problemen. Problemen met calciumopname bij konijnen hebben een aantal oorzaken. Er zijn eigenlijk vier factoren die een grote rol spelen bij het ontstaan van de problemen: verkeerde voeding, niet genoeg water drinken, niet genoeg urineren en beperkte mobiliteit en/of pijn.

Verkeerde voeding

De grootste boosdoeners op het gebied van voeding zijn: te veel brokken geven, te weinig hooi aanbieden en zelfs knaagstenen geven. Het beste geef je een vezelrijke brok, met als hoofdbestanddeel een hooi- of grassoort en met een goede calcium-fosfor verhouding. Verder meet je de hoeveelheid brokken goed af op de behoefte van het konijn. Dit gaat op gewicht. Hooi hoort, voor een gezond konijn, zo’n 80% van de dagelijkse voeding uit te maken. Belangrijker nog dan brokken, is dat een konijn voldoende hooi eet. Tot slot worden er in winkels voor konijnen nog steeds knaagstenen verkocht, terwijl die geen enkel voordeel hebben en alleen maar slecht zijn voor de gezondheid van je konijnen. Geef in plaats daarvan natuurlijk knaagmateriaal in de vorm van takken en mijd de mineraalstenen, likstenen en knaagstenen.

Niet genoeg water drinken

De meeste nieuwe konijnenbaasjes kopen een drinkfles voor de konijnen, want dat lijkt ons heel praktisch en schoon. Helaas kunnen konijnen er erg lastig uit drinken en wijzen onderzoeken steeds vaker uit, dat konijnen de voorkeur geven aan het drinken uit waterbakjes. Uit bakjes kunnen ze prettiger en gulziger drinken, het kost ze minder moeite, waardoor ze dus ook meer water drinken. Ook kunnen drinkflessen soms problemen hebben, in de winter kunnen tuitjes bevriezen en soms lopen de kogeltjes in de drinktuit vast door kalkaanslag, haren of vuil en kan het konijn helemaal niet meer drinken. Ook komt het voor dat ze gaan lekken, waardoor er veel water verloren gaat en je geen zicht meer hebt op hoeveel je konijnen drinken. Wat je eventueel wel kan doen, is beide aanbieden. Zowel een bakje, als een fles. Mocht er dan iets met het water in het bakje gebeuren, hebben ze de fles altijd nog als reserve mogelijkheid.

Als konijnen meer water drinken, plassen ze vaker en voeren ze de afvalstoffen in hun lijf goed af.

Het drinkwater moet ook minimaal 1x per dag volledig ververst worden, het liefst vaker. Zeker in de wintermaanden bij buitenkonijnen, omdat het water dan bevriest en ze dan niet meer kunnen drinken.

Is water drinken echt een probleem voor jouw konijnen? Vers groenvoer bevat ook vocht en eventueel kun je dat zelfs nog extra nat maken, voordat je het aan de konijnen geeft, om te zorgen dat ze meer vocht binnen krijgen.

Niet genoeg urineren

Konijnen zijn van nature vrij zindelijk. Ik geef toe dat het niet altijd de locatie is die wij konijnenbaasjes in gedachten hebben en dat er ook heel wat territoriaal gekeutel en geplas is onder de konijnen, maar van nature kiezen de meeste konijnen één of enkele plekken uit waar ze hun behoefte doen. Het gebruik van een toiletbak op die plekken maakt het schoonhouden voor ons konijnenbaasjes makkelijker en ook de konijnen zelf hebben liever een schone toiletomgeving dan een vieze. Zorg dus dat er voldoende en goed bereikbare plekken zijn, waar toiletbakken staan en verschoon deze regelmatig, het liefst dagelijks.

Beperkte mobiliteit en/of pijn

Als konijnen minder actief zijn, bijvoorbeeld door te kleine huisvesting, gewrichtsproblemen, overgewicht, verlammingen enzovoorts, dan zorgt dat er voor dat er sneller bezinksel ontstaat in de blaas. Het rennen, springen, binky’s maken en in beweging zijn zorgt er namelijk voor dat de inhoud van de blaas gemengd wordt en er daardoor minder snel bezinking plaats vindt.

Pijn en dat hoeft niet eens door problemen met blaas of urinewegen te zijn, kan een reden zijn dat ze minder vaak plassen. Bijvoorbeeld omdat de houding die ze daarbij aan moeten nemen pijnlijk is. Voor konijnen die minder mobiel zijn en/of pijn hebben kan het ook lastig zijn om bij de toiletbak te komen.

Problemen met urinewegen

De problemen die konijnen met calcium hebben komen vooral voor in de urinewegen. Op zich is het niet erg als gezonde konijnen meer calcium binnen krijgen dan zij nodig hebben. Als er voldoende gedronken wordt en voldoende vochthoudend groenvoer gegeten wordt, wordt het te veel aan calcium afgevoerd via de urine en zouden er weinig problemen moeten zijn.

Het nadeel is alleen, dat niet al onze huisdierkonijnen genoeg drinken. Konijnen in gevangenschap drinken namelijk vaak uit een fles. Een nadeel hiervan is dat ze hierdoor minder drinken. Uit onderzoek is gebleken dat konijnen uit een waterbak meer drinken, dan uit een fles. Ook krijgen niet alle konijnen een dieet met voldoende vezels. Een vezelrijk dieet zorgt niet alleen voor een goede afslijting van het gebit en een goede spijsvertering, maar zorgt er ook voor dat een konijn meer gaat drinken. Dat is dus weer goed voor het afvoeren van afvalstoffen, zoals een te veel aan calcium. Verder zorgen ook beweging, voldoende toiletbakken op de juiste plek en het juiste gewicht, dat een konijn voldoende urine produceert om alles af te voeren. Als een konijn niet voldoende drinkt zal er uiteindelijk te veel calcium in de – dan geconcentreerde – urine komen te zitten. Als dit het geval is kan de bloedspiegel stijgen en zal het calcium zich vasthechten aan het weefsel. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld blaas- en nierstenen. Erg pijnlijk en vervelend voor konijnen!

Konijnen die al nierklachten hebben houden (in tegenstelling tot andere zoogdieren) calcium vast. Bij deze konijnen is het verstandig om op een calciumarm dieet over te stappen, zodat de problemen beperkt blijven. Let er ook op dat je een juiste hoeveelheid brok geeft! Je kan wel een mooie brok met een laag calciumgehalte kiezen, maar als je daarvan te veel, of onbeperkt gaat voeren, dan krijgt het konijn alsnog te veel calcium binnen.

Ook kan het verstandig zijn om eens te kijken naar het calciumgehalte in het drinkwater. In sommige gebieden is dat behoorlijk hoog en kan het een groot verschil maken om bronwater uit flessen te geven.

Tandproblemen

Tandproblemen kunnen door verschillende redenen ontstaan. Aan de ene kant wordt gezegd dat de beste manier om tandproblemen te voorkomen is door je konijn een juiste, vezelrijke, voeding te geven. Aan de andere kant wordt gezegd dat je tandproblemen voorkomt met een optimaal niveau aan calcium in het dieet van je konijn.

Voeding met een laag vezelgehalte zorgt er voor dat tanden en kiezen niet voldoende slijten en dat er scherpe stukken ontstaan (haakjes). Dit komt omdat konijnen op producten met een laag vezelgehalte een meer kauwende beweging maken en niet zo zeer malen, zoals ze wel met meer vezelrijk voer, zoals hooi, moeten doen. Juist door die malende beweging, die ze moeten maken bij voedsel met lange vezels, slijten de tanden en kiezen goed.

Voeding met een laag calcium en/of vitamine D gehalte, en/of te weinig vitamine D uit zonlicht, zorgen er voor dat konijnen botproblemen ontwikkelen, met name in de schedel. Hierdoor hebben de tanden en kiezen minder goed ontwikkelde wortels. Soms wordt er zelfs calcium uit het kaakbot gehaald, waardoor het kaakbot dunner wordt en de tand- en kieswortels niet meer op de juiste manier kunnen groeien en scheef gaan staan.

Konijnen die al tandproblemen hebben worden vaak erg kieskeurig in wat ze wel en niet eten. Zij kiezen juist voor makkelijk te kauwen brokvoeding en groenten, in plaats van hooi en vezelrijke voeding. Of ze hebben juist meer moeite om het wat dunnere groenvoer te malen. Hierdoor beland je in een vicieuze cirkel en worden de problemen steeds groter. Laat de dierenarts dus altijd de gebitsproblemen van jouw konijn verhelpen om erger te voorkomen!

In sommige gevallen is het laten trekken van de tanden of een aantal kiezen een optie. Het is soms een beter alternatief dan elke 4-6 weken naar de dierenarts moeten voor het bijslijpen. Tegenwoordig kunnen er zelfs wortelkanaalbehandelingen bij konijnen uitgevoerd worden, hoewel helaas nog niet veel dierenartsen daar de ervaring en middelen voor hebben.

Calcium-fosfor verhouding

Naast de hoeveelheid calcium in het konijnenvoer, moet je ook goed letten op de verhouding tussen calcium en fosfor in het voer. Scheve verhoudingen zorgen er voor dat het niet goed opgenomen wordt en dit kan voor problemen zorgen. De opname van calcium wordt namelijk positief beïnvloed door een juiste calcium-fosfor verhouding, voldoende beweging en daglicht.
Studies hebben aangetoond dat konijnen die gemengd voer eten en niet hun bakje leeg eten, dus selectief eten, een verkeerde balans binnen krijgen tussen calcium en fosfor. Dit leidt vaak tot gebitsproblemen. Een tekort aan calcium is schadelijker voor een konijn dan een teveel aan calcium, maar het is natuurlijk altijd beter om een voeding te geven met de juiste balans.

De aanbevolen hoeveelheid in konijnenvoer is 0.40% calcium en 0,22%-0.37% fosfor. In de meeste konijnenvoeders zit echter meer calcium en meer fosfor. Dat is op zich voor gezonde konijnen geen probleem, mits ze voldoende zonlicht hebben, voldoende drinken, zodat het teveel dus ook wordt afgevoerd.

Daglicht (vitamine D)

Daglicht en/of zonlicht zorgt voor een natuurlijk dag- en nachtritme. Het is belangrijk voor de groei, ontwikkeling en voortplanting van konijnen. Het zorgt voor een goede slaap, een goede bloeddruk en het is een bron van vitamine D. Een tekort aan vitamine D veroorzaakt rachitis (botaandoening) en tand- en kiesproblemen bij konijnen. Een teveel aan vitamine D uit voeding is giftig en veroorzaakt calcium afzetting in de weefsels.

Vitamine D3 uit daglicht is nodig in het konijnenlichaam om de botten en tanden gezond te houden. Niet alle vitamine D kan uit voeding gehaald worden. Vitamine D3 wordt uit zonlicht gehaald en is nodig om calcium op te nemen in het lichaam. Vitamine D3 is echt noodzakelijk voor konijnen. Het grootste deel van de vitamine D3 komt uit zonlicht, konijnen maken dit zelf aan uit vitamine D2. Daglicht bevordert de aanmaak van vitamine D2 in de huid.

Binnenkonijnen en konijnen die in een garage of schuur wonen, zullen sneller botontkalking, tand- en kiesproblemen ontwikkelen dan buitenkonijnen, omdat zij sneller een tekort zullen hebben aan vitamine D. Zorg er dus voor dat ook binnenkonijnen en konijnen die in een garage of schuur wonen voldoende daglicht krijgen.

Een goed gebalanceerde voeding en een ruime hoeveelheid daglicht zorgen voor een gezonde balans. Een verstoring in deze balans kan bijvoorbeeld ontstaan als konijnen niet of nauwelijks daglicht/zonlicht krijgen en/of door het toevoegen van vitamine of mineralen mixen aan konijnenvoeders.

Hoeveel daglicht heeft een konijn precies nodig? Dat is gemiddeld zo’n 12 uur per dag, maar beter is het om het natuurlijke dag-nachtritme aan te houden. Dat houdt in dat de dagen in de winter korter zijn, en in de zomer langer.

Er zijn tegenwoordig steeds meer berichten en onderzoeken waaruit blijkt dat het gebruik van een UV-lamp, zoals dit ook bij terrariumdieren gebeurd , ook uitkomst kan bieden voor binnenkonijnen die niet gemakkelijk voldoende zonlicht kunnen krijgen. Heb je dus geen of weinig mogelijkheden om de binnenkonijnen voldoende zonlicht te bieden, dan is het te overwegen om een UV-lamp aan te schaffen. Er zitten nog wel een paar haken en ogen aan: de lampen moeten goed knaag-proof gemonteerd zijn (daar zijn wel metalen beschermcovers voor te koop) en het andere nadeel is dat konijnen veel meer leefruimte hebben dan reptielen, zo’n lamp heeft dus alleen effect als de konijnen er ook echt onder gaan zitten. Je kan dus wel een lamp kopen en in de ren hangen, maar als de konijnen er niet onder gaan zitten, heeft het geen nut.

Eiwitten

Ook eiwit / keratinine zijn belangrijk voor konijnen met nierproblemen. Zeker bij problemen zoals nierfalen. In dat geval is een voeding met een lager eiwitgehalte soms verstandig. Overleg dit altijd met de dierenarts. Bij konijnen zit een hoog gehalte aan eiwit in konijnenvoer vooral in voeding met veel alfalfa / luzerne. Dit kom je onder andere vaak tegen in voeding waar konijnen op moeten aansterken en in jonge konijnenvoeding.

Welke voeding geef je een konijn met een calcium arm dieet?

Calcium zit vooral in granen, hooi en gras. Het zit ook in commerciële konijnenvoeders. De betere merken hebben er al voor gezorgd, dat er een juiste hoeveelheid calcium in de voeders zit. Houd je echter wel aan het voedingsadvies! Als je je konijn te veel brokvoer geeft, krijgt hij dus ook meer calcium binnen en kan er een teveel ontstaan. Dit is zoals eerder gezegd geen probleem voor een gezond konijn, dat voldoende drinkt. Maar als een konijn te weinig drinkt, weinig zonlicht krijgt of andere gezondheidsklachten heeft, kan dit voor ernstige problemen zorgen. De aanbevolen hoeveelheid calcium voor konijnen in commerciële konijnenvoeders is 0.4%. In de meeste voeders zit echter meer, vaak 0.6 of 0.7%.

Ook in hooi zit meestal een hoger gehalte aan calcium. Heb jij een konijn met nier- of gebitsproblemen en wil je hiervoor juist minder calcium in de voeding? Kies dan voor hooi van de grassoort timothy, wat wordt verkocht onder de naam: timothy hooi. Dit heeft een lager calciumgehalte. Let er wel op hoeveel timothy hooi er daadwerkelijk in de verpakking zit. Al vanaf 4%, mag op de verpakking vermeld worden dat het timothy hooi betreft, terwijl er dan vooral andere soorten in zitten. Er zijn gelukkig wel diverse merken die vrij puur timothy hooi in het assortiment hebben zitten. Vermijd het om te veel luzerne te voeren. Dat is een grassoort met juist een vrij hoog calciumgehalte.

Ook kan het verstandig zijn eens te kijken naar het calciumgehalte in het drinkwater. In sommige gebieden is dat behoorlijk hoog en kan het een groot verschil maken om bronwater uit flessen te geven.

Let ook bij het groenvoer op, welke soorten je geeft. Bepaalde soorten, zoals broccoli, boerenkool en spinazie, bevatten veel calcium. Geef bij voorkeur ook geen, of maar heel weinig, peterselie en selderij aan konijnen met nierproblemen.

Het is zeker niet zo dat je geen groenvoer meer mag geven. Als jouw konijn slecht drinkt kan vers groenvoer geven juist een manier zijn waarop ze nog wat vocht binnen krijgen. Kijk wel goed naar het calciumgehalte van het groenvoer dat je aan het konijn geeft. Andijvie, witlof en komkommer kun je bijvoorbeeld prima blijven voeren in een calciumarm dieet.

Hieronder een lijstje met de hoeveelheid calcium in groente, fruit en kruiden voor konijnen. Heeft jouw konijn echt blaas- of nierproblemen, dan zou ik geen groenvoer geven dat meer dan 40mg calcium per 100 gram bevat. Alles tussen de 30 en 40 mg kun je beter met mate voeren.

Let er bij fruit op dat het met mate gegeven wordt, in verband met de fruitsuikers en dat je wat voorzichtig moet zijn met koolsoorten. Meer uitleg over het opbouwen / aanleren van het eten van groenvoer staat in dit artikel: groenvoer voor konijnen.

Regelmatig krijgen we vragen over welke kruiden in een calciumarm dieet gegeven kunnen worden. In de meeste kruiden zit echter behoorlijk veel calcium, zeker in gedroogde vorm. Het is daardoor heel lastig om kruiden in een calciumarm dieet bij konijnen toe te passen. Er zijn wel kruiden die helpen bij blaas en nierproblemen maar dat is dan vooral omdat ze bijvoorbeeld de frequentie van het plassen helpen te bevorderen of omdat ze ontstekingsremmend werken (bijv. paardenbloem en peterselie). Maar de keerzijde is dus dat die producten wel veel calcium bevatten. Kruiden zouden in een calcium-arm dieet echt maar zeer minimaal gegeven mogen worden.

Het is over het algemeen aan te raden om voor konijnen die calciumarm moeten eten, de hoeveelheid hooi te verhogen naar 85% en een mengsel van grassoorten te kiezen waarvan de hoofdmoot timothy hooi soorten zijn. Daarnaast geef je nog 10% vers groenvoer, bij voorkeur de meer calciumarme soorten en 5% brokvoeding, geperste brokken met een goede calcium-fosfor verhouding.

In onderstaande lijst gaan wij uit van het calciumgehalte in de onbewerkte, rauwe, verse groenvoersoort.

Soort Calcium: mg per 100g
Banaan 5
Appel 6
Groene paprika 6
Mais 7
Cranberry 8
Peer 9
Tomaat 10
Ananas 13
Courgette 16
Komkommer 16
Koriander 16
Radijsbladeren 19
Witlof 19
IJsbergla 20
Papaja 20
Koolrabi 24
Pompoen 24
Framboos 25
Andijvie 26
Bloemkool 28
Chinese kool 29
Radijs 30
Taugé 32
Wortel 33
Kiwi 34
Pastinaak 36
Kropsla 38
Veldsla 38
Bleekselderij 40
Sinaasappel 40
Broccoli 42
Spruiten 42
Knolselderij 43
Selderie 44
Bietenbladeren 46
Venkel 49
Paksoi 50
Chinese kool 74
Spinazie 99
Paardenbloembladeren 103
Waterkers 120
Peterselie 138
Boerenkool 150
Rucola 160
Basilicum 177

Gemiddelde hoeveelheid calcium in grassoorten en hooisoorten

Vers gras 0.54 %
Luzerne 1.42% (1-2%)
Weidehooi 0.75%
Kruidenhooi 0.75
Bergweidehooi 0.6%
Timothy hooi 0.4-0.6%
Gedroogd gras 0.6%

Let wel op dat bovenstaande een gemiddelde is. Er zijn uitschieters mogelijk. Het calciumgehalte in hooi en grassen kan behoorlijk wisselen, afhankelijk van het moment van oogsten en de akker waar het vanaf komt. Als er in de bodem veel calcium aanwezig is, zal dat ook in het gras zitten. Ook bemesting speelt een rol voor het calciumgehalte. Het is dus van meer factoren afhankelijk, dan van de grassoort(en) die er in zitten.

Bronnen:

Onderzoek van V. Jekl en S. Redrobe (2013) Rabbit dental disease and calcium metabolism – the science behind divided opinions.

Informatieve website van dierenkliniek Wilhelminapark: dierengebit.nl

Onderzoek van de Wageningen universiteit: Open normen licht bij het bedrijfsmatig houden van gezelschapsdieren – Marko A.W. Ruis, Joanne A.M. van der Borg, 2017

Hartcourt-Brown (2020) Calcium and rabbit food.