Konijn samen of alleen

Hou je een konijn het best alleen, of samen met een soortgenootje?

In Nederland leeft een groot deel van de konijnen helaas nog steeds alleen. Uit steeds meer onderzoeken is echter gebleken dat konijnen er heel veel baat bij hebben om samen te leven met een soortgenootje, en dat het alleen huisvesten van een konijn juist veel nadelen heeft. In dit artikel leggen we uit hoe het precies zit.

Eenzaamheid bij konijnen

Uit verschillende onderzoeken (zie bronnen) is gebleken dat konijnen baat hebben bij een soortgenootje in het verblijf. Eenzame konijnen ontwikkelen namelijk allerlei vervelende eigenschappen, die je makkelijk had kunnen voorkomen door ze op de juiste manier – met soortgenootje – te huisvesten.

Gevolgen van eenzaamheid bij konijnen zijn onder andere: tralie knagen, overmatige vachtverzorging, overmatig krabben in de hoeken van de kooi, aan kooi en tralies likken, knagen aan de kooi, neus langs tralies wrijven, steeds dezelfde rondjes lopen, steeds heen en weer hoppen, kop wiegen, vacht eten, bijten in de waterflesnippel, kauwen zonder materiaal in de mond, apathie, zichzelf overeten met als gevolg overgewicht of juist bijna niets eten met als gevolg ernstig gewichtsverlies. Een konijn alleen heeft de kans vroegtijdig te sterven door eenzaamheid.

Door konijnen in koppels te huisvesten komt het afwijkende gedrag maar zelden voor. Ook groepen zijn mogelijk, hoewel het houden van konijnen in groepen wel wat nadelen heeft.

Het is namelijk niet zo simpel als 1 konijn + 1 konijn = een gelukkig konijnenkoppel. Konijnen zijn wat dat betreft net mensen, ze willen met iemand samen leven waar ze op zijn minst een goede vriendschap mee hebben. Veel nieuwe konijnenbaasjes schrikken van het gedrag dat konijnen kunnen laten zien als ze samen gezet worden met een konijn waar ze het niet mee kunnen vinden. Koppelen is dus echt wel lastiger dan twee konijnen samen zetten, het best kan er op karakter een partner gezocht worden. Dit is gelijk de reden dat konijnen kopen – of dat nou in een winkel, van een particulier of fokker is – erg lastig is als je een maatje zoekt voor een konijn. Jonge konijnen kun je vaak goed samen zetten, maar als ze ouder worden en hun persoonlijkheid ontwikkelen, eindigt het vaak alsnog in ruzie. Gelukkig zijn er ook konijnenopvangen. De meeste konijnenopvangen hebben een soort koppelservice. Dat kan een korte speed-date zijn om te kijken of er een klik is, of een meerdaagse koppeling. Deze methodes vergroten de kans op het vinden van een partner waar het konijn vriendschap mee heeft, of zelfs ware liefde.

Een groep konijnen lijkt heel mooi, maar er is voor huisdierkonijnen namelijk bijna nooit voldoende ruimte om een goede balans in de groep te hebben. Natuurlijke groepen bestaan groepen van 1 ram en enkele voedsters en de eventuele jongen, die onderling communiceren en een rangorde kennen. Er kunnen ook meerdere rammetjes in een konijnengroep leven, er is dan meestal wel een duidelijke rangorde. Het leefgebied van een konijnengroep in de natuur, is vaak meer dan een vierkante kilometer groot. Bijna niemand heeft een achtertuin groot genoeg om deze ruimte aan de huisdierkonijnen te bieden.

De meeste konijnenbaasjes komen dus bij een tweetal, een koppel uit. Hou je konijnen als koppel, dan is het niet aan te raden om voor twee rammen te gaan. De kans is zeer groot dat die gaan vechten als ze volwassen worden. Twee voedsters lijkt vaak de eerste maanden goed te gaan, maar ook zij gaan vaak vechten als ze volwassen worden. De beste combinatie is een gecastreerde ram met een (eventueel ook gecastreerde) voedster, maar niet elke ram en voedster kunnen samen, er moet wel een klik zijn tussen de konijnen.

Een mens kan geen soortgenootje vervangen. Zelf heb je toch verplichtingen zoals school of werk. Ook slaap je meestal juist op de momenten dat konijnen het meest actief zijn, als het schemert in de avond en in de ochtend. Uiteindelijk komt het er altijd op neer dat je misschien 2 tot 3 uur aandacht per dag hebt voor jouw konijn. Dat is veel minder dan een soortgenootje kan geven. Juist op de momenten dat konijnen het meest actief zijn, in de vroege ochtend en late avond, zijn ze alleen. Mensen kunnen de vachtverzorging niet imiteren, niet in de mate waarin konijnen dat onderling doen. Als mens doe je geen hazeslaapjes overdag tegen jouw konijn aan. Een mens kan geen steun geven als een konijn in een onzekere situatie zit, als een konijn angst heeft. Alleen een soortgenootje kan dat soort steun bieden omdat alleen een konijn echt konijnentaal spreekt. Een mens kan zeker wel een goede vriendschap opbouwen met konijnen, maar een mens kan nooit een konijnenmaatje vervangen.

Konijnen en cavia’s samen

Het gebeurt vaak dat konijnen samen met cavia’s worden gehuisvest, dit is niet aan te raden omdat de verschillen tussen hen heel veel groter zijn dan de overeenkomsten.

Het zijn diersoorten die uit compleet verschillende werelddelen komen. Hoewel het beide planteneters zijn, zit er ontzettend veel verschil in de voeding van beide diersoorten. Als je ze samen huisvest, komt één van de twee diersoorten altijd iets te kort. Op de korte termijn zal dat nog niet opvallen, maar op lange termijn kan dit echt hele grote gezondheidsproblemen geven.

Ook de manier van communicatie verschilt enorm, cavia’s maken luidruchtige fluitende geluiden, konijnen communcieren veel subtieler. Ze kunnen dus ook niet met elkaar communiceren.

Bovendien kan het konijn de cavia snel bewust of onbewust verwonden. Ook hun voedingspartoon verschilt enorm. Cavia’s hebben een veel grotere energiebehoefte en hierdoor loopt men het risico dat het konijn door het samenleven met de eetbak van de cavia veel te dik wordt. Hoewel cavia’s een hoge behoefte hebben aan vitamine C, is een zeer hoge concentratie vitamine C in het voedsel van een konijn niet aan te raden, zij maken dit zelf in hun lichaam aan. De voedingsverschillen kunnen dus naast de gedragsverschillen ook voor problemen zorgen.

Daarnaast zijn er ziektes die konijnen en cavia’s op elkaar over kunnen brengen.

Wij adviseren dus als je konijnen en cavia’s wil houden, te zorgen voor aparte verblijven, zodat je elke diersoort een soortgenootje als huisgenoot kan geven en aan de juiste voedingsbehoeften kan voldoen voor elke diersoort op zich.

Mijn konijn zit wel alleen, maar heeft wel ruimte en mensenaandacht, of aandacht van andere dieren

Een konijn alleen, ook al heeft het alle ruimte, ook al geef je het veel mensenaandacht, of zijn er andere diersoorten in het huishouden aanwezig, het blijft een geïsoleerd dier, wat echt behoefte heeft aan sociaal contact met een soortgenoot. Een mens kan overleven als kluizenaar, er bestaan wolvenkinderen. Maar ik denk dat ieder mens het er wel mee eens is dat hij of zij niet zonder sociaal contact met andere mensen kan. Mensen zijn sociale dieren, konijnen zijn dat ook. Een maatje, sociaal contact met soortgenoten, is voor een konijn een eerste levensbehoefte, net als bij mensen. Zelfs proefkonijnen, laboratoriumkonijnen en zelfs vleeskonijnen hebben contact met soortgenoten, omdat bewezen is dat dat noodzakelijk is!

Ik weet dat mensen vaak even moeten wennen aan het idee dat één konijn niet kan en twee echt beter is. Neem ook geen overhaaste beslissing door een willekeurig konijn bij jouw konijn te zetten. Koppelen is maatwerk. De kans dat twee willekeurige konijnen samen gaan is echt heel klein. De juiste partner moet met zorg uitgezocht worden.

Toch alleen?

Als je konijn toch tijdelijk alleen gehuisvest moet worden; bijvoorbeeld omdat het konijn te jong is om te koppelen, dat kan namelijk pas vanaf ongeveer 16 weken, of omdat een ram nog gecastreerd moet worden, of om dat er een medisch probleem is. Dan is het belangrijk een zo interessant en uitdagend mogelijke omgeving te bieden. Zonder soortgenootje dreigt verveling en is extra stimulatie cruciaal. De stimulatie kan gegeven worden via kooiverrijking. Dat is een beetje een naar woord, want geen enkel konijn hoort in een kooi te zitten.

Om te beginnen is het belangrijk te zorgen dat het konijn voldoende bewegingsruimte heeft. De minimale afmetingen voor een konijnenverblijf zijn 2 vierkante meter per konijn. Voor een koppel zul je dus straks 4 vierkante meter permanente leefruimte nodig hebben en dat is minimaal. Hoe meer ruimte er is, hoe beter de relatie van de konijnen zal zijn. Deze ruimte moeten konijnen 24 uur per dag tot hun beschikking hebben. Losloopruimte in de tuin of een extra ren kan fijn zijn (hoewel dat ook nadelen heeft!) maar als ze daar bijvoorbeeld in de nacht niet in mogen, dan telt dat niet mee voor de permanente leefruimte.

Verder kun je met voeding veel tegen verveling doen. Doordat de brokjes vaak in een bakje word voorgeschoteld hoeven konijnen hier geen moeite meer voor te doen, de rest van hun tijd moeten ze dus vullen met andere activiteiten. Geef je het voer niet meer in een bakje, maar los in het hok of in een intelligentiespel of snackbal, dan moeten ze er al gelijk meer moeite voor doen! Het leuke aan intelligentiespellen is dat je die samen met je konijn doet en zo dus ook zorgt dat je tijd besteed aan jouw konijn dat tijdelijk alleen zit.

Ook het geven van onbeperkt hooi is een goede manier om abnormaal gedrag te verminderen. Dit is niet alleen onmisbaar in verband met het afslijten van de tanden en een goede spijsvertering, ze knagen er lang op waardoor het verveling tegengaat. Met hooi kun je ook lekker knutselen door bijvoorbeeld een hooibal te maken, een traktatiezakje of een wc rol er mee te vullen. Stop er wat lekkere kruiden of groenvoer tussen om het konijn er extra enthousiast voor te maken. Ook vers groenvoer aanbieden en wilgentakken helpt verveling tegengaan. Lees het artikel over knaaghout voor konijnen op de website, voor meer informatie daar over.

De graafbehoefte van een konijn kan bevredigd worden door een graafbak te maken. Deze kun je vullen met speelzand, papiersnippers of karton, maar bijvoorbeeld ook met oude handdoeken. Kartonnen dozen, tunnels en speelhuisjes kunnen verder dienen als veilige plaats om zich terug te trekken en als vervanging voor holen.

Het plaatsen van een knuffelbeest in het hok van het konijn als surrogaatmaatje zal ook helpen. 90% van de dieren knapt op als je hen een knuffel geeft, konijnen worden hier rustiger van. Het is een goede manier van afleiding, maar het kan natuurlijk nooit een soortgenootje vervangen. Gevaarlijke dingen, als kraaltjes en belletjes moeten van de knuffel worden verwijderd voor je hem aan het konijn geeft. Babyknuffels en pluche hondenspeeltjes kunnen geschikt zijn als surrogaat maatje voor konijnen.

In laboratoria is al eerder aangetoond dat konijnen die leven in een verrijkte omgeving sneller herstellen van een operatie. Het positieve effect van verrijking op konijnen komt hier dus ook sterk naar voren. Sterker nog, tegenwoordig leven laboratoriumkonijnen bijna altijd in koppels of groepen omdat dit beter is voor hun welzijn. Het is dus opmerkelijk dat juist de huisdierkonijnen – waarvan je verwacht dat ze het toch beter hebben dan proefdieren – eenzaam zijn!

Conclusie
Konijnen die alleen gehouden worden kunnen allerlei vervelende gedragingen gaan vertonen. Om dit tegen te gaan moet je konijnen met soortgenootjes samen houden. Is er, bijvoorbeeld door ziekte, echt geen mogelijkheid dan kan een konijn ook tijdelijk alleen, maar dan moet hij wel genoeg te doen hebben om verveling zoveel mogelijk tegen te gaan. En zorg natuurlijk dat zodra het konijn voldoende hersteld is hij of zij weer samen kan leven met een soortgenootje.

Konijnen en cavia’s samen zetten is geen goede oplossing voor de eenzaamheid bij een konijn, de enige echte oplossing is toch een konijnenmaatje.

Koppelen is wel maatwerk, ga naar een konijnenasiel om een partner voor jouw konijn te zoeken die goed bij hem of haar past, zet niet zomaar willekeurige konijnen samen.

Voor meer informatie over het samen zetten van konijnen zie het artikel “het koppelen van konijnen”

Bronnen

  • Onderzoeksverslag sociale huisvesting konijnen en sociale vogelsoorten, november 2016, Sophia Vereeniging, T Hoevenaar en M Mulder
  • Het konijn, een onbegrepen dier. Van den Berg, Lockhorn, Pallandt, & Wiedeman, 2015
  • Rabbit behaviour, health and care, Buseth & Saunders, 2015