Veel mensen nemen een nestje van hun konijn, omdat ze het zo lief en schattig vinden om kleine konijntjes te zien opgroeien. Er komt echter veel meer kijken bij het nemen van een nestje dan mensen vaak denken. In dit artikel wil ik de voor- en nadelen van fokken met konijnen onder de aandacht brengen, en uitleggen hoe het zit met de voortplanting bij konijnen.
Leuk, een nestje konijnen fokken?
Het beste advies dat wij kunnen geven aan mensen die willen fokken met hun konijnen is doe het niet. Er zitten meer dan 10.000 konijnen per jaar in Nederlandse konijnenopvangen te wachten op nieuwe huisjes. Er komt zoveel ellende kijken bij nestjes, erfelijke aandoeningen, sterfte onder de jongen, soms overlijd zelfs de moeder. En het plaatsen van de konijntjes uit een nest is niet zo simpel als het lijkt. Het is echt lastig om goede huisjes te vinden waar ze een konijnenleven mogen blijven in een voldoende ruim verblijf met konijnenpartner. En de juiste medische zorg, want wat als het volledige nestje dat jij op de wereld hebt gezet aangeboren problemen heeft, zoals gebitsproblemen, erfelijke spijsverteringsaandoeningen, oog (lid) problemen, besmet is met de parasiet E cuniculi, of epilepsie heeft? Dat zie je misschien niet direct bij jouw eigen konijnen, maar kan in een nestje wel opeens zichtbaar worden.
Daarnaast zorgt fokken voor eenzame konijnen. Je kan voedsters wel bij andere voedsters houden, tot ze gedekt zijn, maar dan zitten ze weer alleen. En wisselende groepssamenstellingen zorgen voor stress bij konijnen. Rammen die niet gecastreerd zijn kunnen met geen enkel ander konijn samen leven, en zijn dus verdoemd tot een leven als kluizenaar, met alleen minimaal contact met een ander konijn op het moment van dekking. Het fokken van konijnen op verantwoorde manier heeft een aantal vraagstukken die toch redelijk onoverkoombaar lijken te zijn.
Daarnaast sterven er ontzettend veel jonge konijnen door fouten van onervaren pret-fokkers. Zomaar leuk een nestje, zonder dat er juiste huisvesting is, konijnenmelk, kennis van voeden en verzorging, zonder budget om bij problemen een dierenarts in te schakelen. Mensen beginnen er aan omdat ze denken dat het leuk is, maar de praktijk is echt anders.
Mocht je toch nog steeds van plan zijn om te fokken, vind je wat basis tips en informatie in dit artikel om het konijnenleed toch wat te beperken. Stiekem hopen we eigenlijk ook dat je na het lezen van deze informatie op andere gedachten wordt gebracht.
De geslachtscyslus van een voedster
De geslachtscyclus van een wild konijn wordt beïnvloed door de temperatuur en de lengte van de dagen. In het vroege voorjaar komt de cyclus op gang, vanaf dat moment, februari-maart, kan een voedster gedekt worden. Onze huisdierkonijnen houden deze natuurlijke cyclus echter niet meer aan. Dit komt door kunstverlichting en omdat er altijd voldoende voedsel beschikbaar is. Huisdierkonijnen, of ze nou binnen of buiten zitten, kunnen het hele jaar door gedekt worden.
Waar moet je op letten voor je gaat fokken met konijnen?
Wij zijn geen voorstander van fokken en al helemaal niet van rasloze konijnen. De opvangen puilen al uit met deze ontzettend lieve diertjes. De jongen uit nestjes die mensen namen omdat ze het zo lief en leuk vonden belanden al te vaak op marktplaats en eindigen als reptielenvoer, ze worden in het wild gedumpt of afgemaakt omdat er nergens plek voor ze is! Als je besluit een nestje te nemen moet je zorgen dat je of zelf plek hebt voor soms wel 14 jongen, of dat je er goede huisjes voor kunt vinden. Bedenk wel dat deze mensen ook misschien wel 12 of 14 jaar voor de konijnen moeten zorgen! Lees daarom voor je besluit een nestje te nemen het artikel “Waarom we niet zouden moeten fokken met konijnen” onderaan deze pagina goed door.
Het liefst zien wij dat er op het moment helemaal niet gefokt wordt, ook niet met raskonijnen. Er is op het moment een enorm konijnenoverschot in Nederland. Er zijn wachtlijsten bij de konijnenasiels voor afstand, omdat de meeste asiels zo vol zitten dat er geen plaats is voor alle konijnen die mensen willen afstaan. Veel asiels castreren standaard de voedsters om nestjes te voorkomen en af te breken, omdat het anders echt dweilen met de kraan open is. Realiseer je dit voor je bedenkt of je wil gaan fokken. Twijfel je? Je kan ook van nestjes genieten zonder te fokken, bijvoorbeeld door je aan te melden als vrijwilliger bij een opvang of als pleeggezin voor mogelijk zwangere voedsters. Op die manier help je niet mee aan het konijnenoverschot en kun je toch jonge konijnen meemaken.
Mocht je toch echt graag willen fokken verdiep je dan eerst goed in de konijnenrassen die er zijn en in de genetica. Zorg er voor dat je gezonde, volwassen konijnen hebt met goede karakters en zonder erfelijke gebreken. Fok geen extremen die voor gezondheidsproblemen zorgen. Zorg dat je weet waar je mee bezig bent. Fok niet voor de leuk, fok niet voor het geld. Houd bij raskeuze sterk rekening met de gezondheid van de konijnen: fok geen extremen. Geen te platte neuzen bij kleurdwergjes, geen franse hangoren met oogproblemen en geen duitse reuzen met zere hakjes omdat ze hun eigen gewicht niet kunnen dragen. Daar wordt geen enkel konijn beter van.
Fok niet alleen naar de rasstandaard maar ook op levensduur, gezondheid en karakter. Zorg voor goede ruime huisvesting en uitloopmogelijkheden voor je konijnen. Zorg dat de konijnen zo veel mogelijk in koppels of groepen leven. Castreer dus de dieren waar je niet meer mee fokt en zorg dat er voldoende ruimte is voor groepshuisveting. Zorg dat je plaats hebt voor alle jongen als je geen goede huisjes voor ze kunt vinden. Als je fokt om een ras in stand te houden of te verbeteren en rekening houd met de wensen van de konijnen kun je een goede fokker worden.
Fok niet met langharige konijnen. Er bestaat zoveel leed onder de “teddy” konijnen. Er komen zoveel slechte vachten voor die erfelijk zijn, die bijna niet te onderhouden zijn en waardoor deze konijnen niet buiten kunnen leven. Er komen zoveel langharige konijnen in ontzettend slechte conditie in opvangen terecht. De jonge konijntjes van teddy’s en angora’s zien er ontzettend pluizig en schattig uit. Maar de kans dat zo een konijn verwaarloods zal worden en slecht terecht komt is zo groot, dat wij echt afraden om met deze konijnen te fokken.
Wanneer kun je je konijn laten dekken?
De voedster moet in goede conditie zijn. Ze moet voldoende tepels hebben (minimaal 8), een gezond gewicht hebben en een goed karakter. Een voedster mag niet te dik zijn voor de dekking. Je kunt beter niet met nerveuze of schuwe dieren fokken, dus de ram en voedster moeten een goed karakter hebben, dit omdat de kans groot is dat de jongen dit gedrag van de ouders meekrijgen. Verder moet je ook zoveel mogelijk uitsluiten dat de ouders erfelijke ziekten of gebreken meedragen. De ram mag ook nooit groter zijn dan de voedster.
Laat je konijn niet voor de leeftijd van 9 maanden dekken. Voor deze tijd is ze namelijk zelf nog niet volgroeid en heeft ze al haar energie en voedingsstoffen zelf nodig. Als ze te jong een nest krijgt zal haar gezondheid daar ernstig onder lijden.
Fok niet met oude konijnen. Normaalgezien zou een konijn jongen krijgen tussen de leeftijd van 10 maanden en 3 jaar. Konijnen zijn als ze ouder zijn nog steeds vruchtbaar. Maar het is niet wenselijk om een konijn op oudere leeftijd nog jongen te laten krijgen. Zeker niet als het het eerste nest van een voedster betreft. De kans op baarmoederontstekingen en problemen tijdens de zwangerschap zijn op oudere leeftijd een stuk groter. Begin er echt niet aan. Fok ook echt niet met konijnen waar je de leeftijd en achtergrond niet van kent.
Breng als je er zeker van bent dat je konijnen in goede gezondheid en conditie verkeren de voedster naar het hok van de ram. Dit is omdat de voedster in haar eigen hok veel territorialer is. De konijnen zullen eerst wat rondhupsen in het hok en daarna zal de dekking volgen. De ram bijt hierbij in de nek van de voedster, dit is normaal. Als de dekking gelukt is zal de ram wat gaan knorren. Bij konijnen is één dekking meestal genoeg om het konijn zwanger te maken. Konijnen ovuleren pas 10 uur na de dekking, Dit betekend dat de eisprong pas plaatsvind als de voedster is gedekt.
Hoe zie je of een konijn zwanger is?
Bij konijnen is dit eigenlijk niet of nauwelijks te zien. Als je nauwkeurig het gewicht bijhoud van je konijnen, dus regelmatig weegt en ook dezelfde hoeveelheid voer blijft geven, kun je wel iets uit het gewicht aflezen. Aangezien de meeste baasjes dit niet zo nauwkeurig doen, is dit vaak geen oplossing. Voelen naar de jongen kan alleen de dierenarts, en mag je zelf ook nooit proberen! Hiermee kun je veel te veel schade doen!
De dierenarts kan ook een echo of röntgenfoto maken, zoals je hieronder ziet, ook dan heb je zekerheid of de voedster zwanger is of niet.
Een nest maken kan ook op een schijnzwangerschap slaan, dat hoeft dus niet altijd op een echte zwangerschap te duiden.
Sommige konijnenbaasjes denken een zwangerschap aan het gedrag van een voedster op te merken, humeurig en wat uitvallen naar de ram. Maar dat gedrag kan net zo goed bij schijnzwangerschap of onder invloed van hormonen (vooral in het voorjaar) ontstaan als wijzen op een daadwerkelijke zwangerschap.
Veranderd het karakter en de gezondheid door een nestje?
Wij krijgen wel eens de vraag of het krijgen van een nestje of bevruchten van een voedster een positief effect heeft op de gezondheid of het karakter van konijnen. Dit is niet het geval.
Voedsters die zwanger zijn geweest hebben net zo veel kans op baarmoederkanker, en zelfs een nog grotere kans op baarmoederontstekingen dan voedsters die geen nestje hebben gehad. Voedsters kunnen na het krijgen van een nestje soms ook hormonaler en territorialer worden dan ze voor het nestje waren.
Bij rammen kan het zelfs zo zijn dat het gedrag na een dekking minder fijn wordt, ze krijgen in sommige gevallen meer last van hun hormonen en gaan (meer) sproeien en rijden.
Er is dus eerder negatief effect te merken na een nestje, dan positief.
Huisvesting
Zorg voor ruime huisvesting voor de zwangere voedster. Verplaats haar niet op het laatste moment maar zorg dat ze vertrouwd is met het verblijf. Wij adviseren om in ieder geval minimaal twee vierkante meter leefruimte op vlak terrein te verzorgen, liever nog het dubbele of meer als dat mogelijk is.
Op die manier heeft moeder de ruimte, en hebben de jongen als ze uit het nest komen ook voldoende ruimte. Wij weten dat de fokkersrichtlijnen voor hok formaten vele malen kleiner zijn dan de twee vierkante meter die wij adviseren. In onze ogen is de twee vierkante meter gezien het konijnenwelzijn wel echt het minimale.
Zorg voor genoeg beschutting van de nestplek. Niet te warm in de zomer, niet te koud in de winter. Goed beschut van regen, kou en tocht.
Zorg dat het verblijf veilig is om een nestje in te krijgen. Het hok moet op één verdieping zijn, jonge konijntjes kunnen namelijk uit het hok vallen. Een opstaand randje bij een opening is niet voldoende, openingen moeten echt afgesloten zijn. Dubbele konijnenhokken of verblijven met hoge schuilhokken zijn niet geschikt voor nestjes konijnen.
Zorg dat het nest veilig is voor roofdieren. Zorg dat er geen roofvogels, nertsen, vossen of andere dieren die konijnen kwaad kunnen doen in het verblijf kunnen komen.
Je kan er voor kiezen om een nestbak in het hok te zetten, maar een konijnentoiletbak(kattenbak) met schone bodembedekking wordt ook vaak gebruikt door zwangere voedsters om het nest in te maken.
Houd er ook rekening mee dat je voldoende verblijven hebt. Een verblijf voor de ram, een verblijf voor de voedster, en twee verblijven voor de jongen, zodat je de rammetjes en voedsters uit elkaar kan halen voor ze vruchtbaar zijn. Je hebt dus 4 ruime verblijven nodig als je wil gaan fokken. De ram mag alleen bij de voedster voor de dekking, en niet bij het nest of de jongen komen. De voedster heeft een vlak, ruim en veilig verblijf nodig om haar nest te krijgen en de jongen op te voeden. De jongen moeten vanaf de leeftijd van 8 weken gespeend worden, dus weg bij de moeder zodat zij kan herstellen en tot rust kan komen. De jongen moeten dan met 10 weken apart van elkaar, dus één verblijf met rammen en één verblijf met voedsters. Vier hokken dus.
De geboorte
Konijnen dragen normaal gezien tussen de 28-32 dagen. Maak een week voor de uitgerekende datum het hok nog eens grondig schoon. Zorg er ook voor dat de voedster een rustige plek heeft om haar nest te maken, bijvoorbeeld een afgesloten nachthok. Ook kun je een speciale nestkist kopen of maken. Is er na 35 dagen nog geen nest, dan kun je er van uitgaan dat de voedster niet zwanger was.
Konijnen worden snel achter elkaar geboren. De moeder likt ze schoon en eet de nageboorte op. Konijnenjongen hebben geen haar, geen tanden en de oogjes zijn dicht bij de geboorte. Deze gaan pas na 10 dagen open. Een voedster zorgt maar 2 keer per dag voor haar jongen, dit is heel normaal gedrag en niets om je zorgen over te maken. De jongen blijven ongeveer 3 weken in het nest. Daarna gaan ze de wereld verkennen.
Voor zorg na de geboorte kun je het artikel “Een onverwacht nestje” lezen.
Extra tips bij een nestje
- Zorg dat je de week voor de bevalling het konijnenhok nog goed schoonmaakt en zorgt dat de moeder wat fijn nestmateriaal heeft (bijvoorbeeld zacht, gemalen stro) en verder genoeg bodembedekking om een nest te bouwen.
- Zorg dat het verblijf geschikt is voor het krijgen van een nestje, sluit verdiepingen af.
- Als de jongen te vroeg uit het nest kruipen, zorg dan voor een speciale werpkist, of leg de jongen in een (schone)konijnentoiletbak, zodat ze er niet zo makkelijk zelf uit komen tot ze daar wel groot genoeg voor zijn. Let wel op dat te vroeg uit het nest komen een teken kan zijn dat er iets mis is.
- Zorg dat je voor het nest er is al vervangende moedermelk in huis hebt en spuitjes om dit te voeren (te bestellen bij konijnenbelangen).
- Zorg dat je een goede weegschaal (liefst digitaal!) hebt waarop je indien nodig de jongen kunt wegen.
- Zorg dat er geen andere konijnen bij de voedster in het hok zitten rond de periode dat zij moet bevallen.
- Zorg dat de voedster een ruim, veilig hok op een rustige plek heeft. Geen verdiepingen, maar vlak terrein en voldoende bewegingsruimte.
Wat kan er mis gaan bij het nemen van “zomaar” een nestje konijnen?
Leuk een nestje, denken veel mensen. Terwijl ze een konijntje uit een dierenwinkel of uit een nestje van een particulier hebben, en de hele achtergrond van het konijn niet kennen. Wat kan er allemaal mis gaan als je niet goed op de hoogte bent van de achtergrond van je konijn? Of als je konijn te jong is om gedekt te worden, maar toch zwanger is?
Het grootste gedeelte van de konijnen komen uit nestjes die per ongeluk zijn geboren, of die door onoplettendheid of onverschilligheid zijn geboren. Mensen controleren het geslacht niet goed, controleren het later ook niet meer, nemen nestjes van broer en zus omdat ze niet weten dat konijnen al vanaf 3 maanden vruchtbaar zijn en ga zo maar door.
Bij zomaar een nestje kan er vanalles mis gaan. De jongen kunnen sterven voor ze geboren zijn door bijvoorbeeld bij schurft, overbevolking, verplaatsing tijdens de zwangerschap en voedingsveranderingen. Verder kunnen ook virale, bacteriële en parasitaire aandoeningen zoals coccidiose, salmonellose, pasteruellose hier een oorzaak van zijn. Ook voedingsgebreken (meer voer nodig, energierijk voer), verkeerd optillen of een te hoge omgevingstemperatuur (verminderde eetlust, veroorzaakt stress) abortus veroorzaken. Ook zwangerschapsvergiftiging komt voor. De jongen nemen te veel plaats in in de buikholte waardoor de moeder niet voldoende kan eten. Hierdoor krijgt ze een negatieve energiebalans waarbij ze eigen vet gebruikt. De afbraak hiervan (ketonlichamen) maken het konijn ziek, o.a. door leverbeschadiging. Het konijn stopt met eten, je ruikt soms acetonlucht uit de bek. In een ver stadium krijgt ze spiertrekkingen, leverfalen en nierfalen, raakt ze in coma en sterft. Schadelijke stoffen kunnen niet meer uit het bloed worden gehaald en kunnen de hersenen bereiken waardoor ze afwijkend gedrag en toevallen krijgt. Gebeurt dit, dan moet je zo snel mogelijk naar de dierenarts! Preventief kun je ook zorgen dat je dikke dieren niet zwanger laat worden, en een zwanger konijn zo min mogelijk stress bezorgen. Denk dus goed na voor je aan een nestje begint en weet waar je mee bezig bent. Je kunt je konijn er een hoop leed mee bezorgen.
Maar ook tijdens de bevalling kunnen er problemen zijn. Als een voedster problemen heeft met de bevalling kan dit verschillende oorzaken hebben. Te grote jongen, misvormde jongen, op een te oude of te jonge leeftijd gedekt zijn, weeënzwakte (gebrek aan calcium) of verkeerde ligging van de jongen. Dit kan allemaal voor problemen zorgen tijdens de bevalling. In alle gevallen is het aan te raden zo spoedig mogelijk naar de dierenarts te gaan.
Ook als de bevalling wel goed gaat kunnen er nog dingen mis gaan. Je konijn is net bevallen, maar er overlijd één of meerdere jongen. Dit kan verschillende oorzaken hebben; aangeboren afwijkingen (erfelijk, viraal, bacterieel, gebrekkige voeding), slechte nestbouw (onderkoeling), kannibalisme (door voedingsfouten, gebrek aan melk, overbevolking of slecht nest), moederdier heeft geen melk (jongen slomer, moeder heeft vaak stukgebeten tepels, mastitis (ontsteking), geen drinkwater, stress, door ziekte (diarree, bacterieel of viraal) of door voedingsveranderingen. Ook komt het bij onervaren moeders en moeders met stress regelmatig voor dat ze de konijntjes te ruw wassen waardoor de kleine kwetsbare oortjes afgebeten worden en deze konijnen deze dus de rest van hun leven missen.
Wil je toch graag een keer opgroeiende konijnen meemaken, zonder een nestje op de wereld te zetten? Er zijn konijnenopvangen die werken met gastgezinnen voor mogelijk zwangere voedsters en voor jonge konijnen die nog niet geplaatst kunnen worden tot ze gecastreerd zijn. Op die manier kun je toch jonge konijnen en/of nestjes ervaren, zonder dat je zelf meewerkt aan een konijnenoverschot. Je aanmelden als vrijwilliger voor de verzorging van de konijnen in een konijnenopvang is ook een mooie manier om goede kennis en ervaring op te doen! Er is een lijst met konijnenopvangen te vinden op onze website.
Inteelt
Zelfs als de zwangerschap en bevalling goed zijn gegaan en er op het eerste zicht niets mis lijkt te zijn met de jongen, kan het nog zijn dat er iets niet klopt.
Als jij de ouders van jouw huisdier konijn niet kent, en de opa en oma, overgroot opa en oma en ga zo maar door, weet je gewoon niet of er inteelt zit in de lijn, of er erfelijke afwijkingen zijn en hoe het met het moederinstinct en het karakter zit van jouw konijn. Soms zijn moeders zo ruw met hun jongen dat ze oren, staartjes en pootjes van de jongen bijten of bij het ruw wassen van de jongen eraf likken. Sommige moeders weten niet wat ze met de jongen aan moeten en weigeren ze te voeden. Als je er dan niet snel bij bent met de juiste konijnenmelk sterven de jongen door ondervoeding of uitdroging door diarree van de verkeerde melk. Zelf al is jouw konijn nog zo een schat en is ze nooit ziek, dit wil niet zeggen dat ze geschikt is voor de fok.
Om een voorbeeld te geven van een veel voorkomende erfelijke afwijking; doorgroeiende tanden (olifantstanden, haakjes op kiezen) zijn erfelijk. Er zijn ontzettend veel konijnen die problemen met het gebit hebben. Met deze konijnen zou al niet gefokt moeten worden.
Gevolgen van inteelt bij konijnen zijn onder andere:
Minder jonge konijnen in een nest (hoewel sommige rassen al van zichzelf vrij kleine nesten hebben, en fokkers hier ook soms op selecteren)
Meer dood geboren jonge konijnen
Voedsters hebben minder spenen (minimaal 8 nodig om een goed fokdier te zijn)
Jongen hebben een lager gewicht bij de geboorte en groeien na het weghalen bij de moeder slecht
Zowel rammen als voedsters hebben meer kans onvruchtbaar te zijn
De konijnen zijn gevoeliger voor ziekten omdat ze zich niet goed kunnen aanpassen aan de omgeving (temperatuurwisselingen, toch, vocht, etc)
Wat de mensen niet van te voren bedenken en wat erg moeilijk om te zien is als je van dieren houd, is de overleden jongen. In nestjes waar inteelt in voorkomt, waar de leeftijd of gezondheid van de moeder niet ideaal is of als bij de ouders veel inteelt is geweest, of als de jongen gewoon niet gezond ter wereld zijn gekomen zullen er vaak veel afvallen in een nest. Ik ken iemand die een nest kreeg van 18 jonge konijnen (dit is wel erg veel), maar daar bleven er uiteindelijk maar 3 van over. Dat betekend dat je 15 jonge konijnen moet begraven, en degene die dood geboren worden zijn nog te overkomen, maar als er ook jongen sterven waar je al 2 weken voor zorgt en je best voor doet, dan word je niet gelukkig van het “zomaar een nestje nemen omdat het leuk is (voor de kinderen)”
Hieronder 2 voorbeelden van afwijkingen die bij fokken voor kunnen komen
Maxfactor
Er was een zeer goede pool roodoog ram, Max. Hij deed het goed op shows en zorgde voor prachtige jongen onder de dwergkonijnen. Doordat Max zo populair werd en zoveel voedsters dekte, was er in die omgeving op een gegeven moment bijna geen voedster meer te vinden zonder “max” in haar bloed. Door deze inteelt ontstond er een aangeboren afwijking, die noemde men de “Maxfactor”. De jongen werden geboren met ogen open, achterbeentjes krom naar binnen staand, achtervoetjes met een extra teen, en helaas werden deze jongen in de meeste gevallen niet ouder dan 5 dagen. Deze afwijking komt nog voor, en komt voor bij de dwergkonijnen in Nederland, Belgie en Duitsland.
Dwergfactor/Lethaalfactor
Dwerkonijnen zijn ontstaan door een mutatie. Een mutatie is een plotseling voorkomende verandering die in de genen van een dier voorkomt. Sommige erfelijke factoren kunnen opeens veranderen, soms zijn ze opeens verdwenen, maar soms komen ze opeens te voorschijn. De dwergfactor is zomaar opeens ontstaan dus. Omdat fokkers deze dieren selecteren en er mee verder fokken kan er een ras ontstaan. De dwergfactor zorgt er voor dat het konijn klein geboren word, en ook uiteindelijk geen groot konijn word, een dwergkonijn dus.
Uit onderzoek is gebleken dat de dwergfactor de veroorzaker is van de lethaalfactor (lethaal = dood). De lethaalfactor is een dood of niet levenskansrijk geboren jong. De jongen worden namelijk geboren met een te kort neusbeen en een hoog voorhoofd, en ze zijn veel kleiner dan andere jongen. Deze factor komt niet bij alle dwergen voor. Bij konijnen boven de 1300 gram komt de dwergfactor al weinig voor en zal je dit probleem niet snel hebben, maar de lethaalfactor kan dus wel voorkomen bij dwergkonijnen onder dat gewicht. De lethaalfactor is recessief (dat betekend niet de sterkste factor) en kan dus aanwezig zijn in een dwergkonijn, maar niet tot uiting komen. Hij kan dan wel tot uiting komen bij de jongen. Elk ouderdier geeft namelijk één gen voor het dwergfactor door aan een nakomeling. Als er twee normale dwergkonijnen worden gekoppeld heb je 50% kans op een normale dwerg met dezelfde genen als de ouders dus. Daarnaast is er 25% kan op een non-dwerg, dus een dwergkonijntje dat groter wordt dan de ouders en 25% kans op een dier wat van beide ouders het gen mee heeft gekregen en daardoor dus extra klein is, dit is een dwergkonijn met de lethaalfactor. Dit jong zal niet overleven.
Waarom we niet zouden moeten fokken met konijnen
Door Nancy Pinoli (bron konijnen.nl)
Mensen die konijnen houden vergeten nog weleens dat konijnen in de natuur prooidieren zijn. Als prooidier zullen wilde konijnen nest na nest werpen, om hun soort in stand te houden tussen de roofdieren. Dit werkt perfect in de natuur, maar voor het huiskonijn betekent dit teveel ongewenste konijnen.
Konijnen bereiken tussen de 3 en 6 maanden de seksuele volwassenheid. Het verschil tussen een konijn en een ander zoogdier is dat het vrouwtje ovuleert nadat ze door het mannetje gedekt is (zogenaamde geïnduceerde ovulatie). Alleen dán produceert ze een eitje. Dit betekent ook dat ze drachtig kan (en waarschijnlijk zal) worden binnen 24 uur na het werpen van een nest, als het mannetje nog in de buurt is. Je kunt je voorstellen dat dit heel belastend is voor de gezondheid van het vrouwtje…
Als het konijn te jong is om moeder te worden, dus jonger dan 6/7 maanden, is de kans groot dat er problemen ontstaan tijdens zwangerschap/werpen. Verder kunnen altijd de volgende problemen zich voordoen:
Ze kan in de war zijn, en geen nest bouwen voor haar baby’s, waardoor die doodgaan door kou of ellende.
Haar melk kan niet komen, of ze zal ze niet willen voeden, het aan de mens overlatend ze met de hand te voeden. Het sterftecijfer onder met de hand gevoede konijntjes is zeer hoog.
Indien de vader groter was dan de moeder, kan ze problemen krijgen tijdens de geboorte, en de baby=s zouden kunnen sterven.
Als de moeder niet echt gezond was, kan ze ziek worden van de stress van de zwangerschap en de geboorte.
Als je er voor kiest met je konijn te fokken, wat ga je dan met de 4 tot 12 baby’s doen die ze heeft gekregen? Denk je dat het lukt een goed, liefdevol tehuis voor allemaal te vinden? En als dat niet lukt, ben je dan bereid 8-10 jaar goed voor ze te zorgen (inclusief sterilisatie en/of castratie)? Voor ieder konijn dat òf per ongeluk òf gepland wordt geboren, sterft er een konijn in een asiel, omdat het baby-konijn wat jij hebt laten komen een plek in beslag neemt van een asiel-konijn. Dus, voordat je gaat fokken: ga eens naar een asiel in je omgeving om de konijnen te zien die wanhopig zitten te wachten op een nieuwe baas/bazin. En bedenk je dan dat ook deze konijnen eens schattige baby’tjes zijn geweest, maar gedumpt zijn toen ze ouder werden…
Het beste wat je kunt doen voor je konijn, voor konijnen in het algemeen, is laten steriliseren of castreren. Vrouwtjes kunnen langer leven, omdat je daarmee de kans op baarmoederkanker en baarmoederontstekingen wegneemt. Je gecastreerde konijn zal zich veel minder agressief gedragen, niet meer sproeien, de konijnenbak-gewoontes zullen betrouwbaar worden, en het belangrijkste: het zal ongewenste nesten voorkomen, dus hij kan samen met een vrouwtje leven!